Zelfgeleid leven is mogelijk voor iedereen: inclusief voor jou en mij
Keuze voorbij de invloed en imprint van dominante culturele normen. Dat is wat IFS voor mij betekent. Opgroeiend, nemen we de overtuigingen van de belangrijke mensen om ons heen in ons op – van familie, leraren, de samenleving. Die kunnen zwaar drukken op ons systeem. Zeker als jij, net als ik, 'anders' bent.
Wie gemarginaliseerd wordt, ervaart sociale stress. Of dat nu komt door etniciteit, gender, seksuele geaardheid of vanwege enige andere sociale locatie. De opstapeling van micro-agressies waar we aan bloot staan, heeft impact op ons welzijn.
Via IFS kun je die lasten helen en in toenemende mate Zelfgeleid leven. Het vraagt ons niet om te conformeren aan maatschappelijke verwachtingen, maar ondersteunt ons juist bij het loslaten ervan. Vrees niet: we worden er geen ongeleide projectielen van. Wat ik zelf merk: die dominante cultuur heeft steeds minder impact en het wordt makkelijker om in contact met jezelf te zijn, ín contact met de Ander.
Waar traditionele therapieën streven naar optimaal functioneren binnen de dominante cultuur, en spirituele tradities veelal sociale machtsdynamieken negeren, doet IFS geen van beide. In plaats daarvan ondersteunt IFS heling van de dominante cultuur.
Voor mij draait dit werk om het vinden van een plek van compassie, zowel voor onszelf als voor de wereld om ons heen, waardoor we onszelf kunnen bevrijden om authentiek te leven.
Als IFS-practitioner werk ik op het snijvlak van sociale transformatie en persoonlijke ontwikkeling.
Ik ondersteun je in het maken van een innerlijke reis waarbij jij jouw systeem leert kennen. In hoe het zich beschermt. In wat er beschermd wordt. En bij het terugbrengen van alles wat in jou om goede redenen verbannen is geraakt.
Wanneer onze delen vertrouwen krijgen in ons Zelf, wil heling gebeuren. Het effect van heling is het hervinden van onze creativiteit, speelsheid en innerlijke rust.
mislukte journalist - maatschappijhistoricus - therapeut en trainer
Journalist worden...
Ooit dacht ik dat de journalistiek mijn pad was, en ik schreef me in voor een studie in Utrecht na mijn eindexamen. Eén telefoontje van mijn geschiedenisleraar veranderde mijn koers dramatisch. Hij drong erop aan dat ik Maatschappijgeschiedenis zou gaan studeren, en ik schreef me in voor deze kleine studie aan de Erasmus Universiteit.
In de stilte van de universiteitsbibliotheek, terwijl ik het proefschrift Mannelijke Vrouwen van Geertje Mak las, realiseerde ik me: 'Dít wil ik ook kunnen.' Ik wilde promoveren.
Met mijn afstudeerscriptie onderzocht ik de felle debatten die Betsy Perk voerde. Een baanbrekende witte feministe die pleitte voor onderwijs en betaald werk voor vrouwen. Perks motto? Arbeid Adelt. Zij daagde de maatschappelijke normen uit die de rol van vrouwen beperkten, en haar scherpe kritiek was gericht op iedereen - geestelijken, uitgevers, zelfs feministen - die haar daarin tegenwerkte. Haar leven en werk inspireerden een krachtige documentaire, Vrouwen Voorwaarts, waar ik met mijn scriptieonderzoek aan bijdroeg.
Door geschiedenis leerde ik dat gender geen binaire tegenstelling is van man versus vrouw. Bovendien gaat gender over iemands sociale positie. Mannelijkheid en vrouwelijkheid zijn de best bewaakte grenzen in onze samenleving. En mensen zoals Perk lieten zien dat het uitdagen van deze normen cruciaal is voor maatschappelijke verandering.
De centrale stelling van mijn scriptie?
Het juiste antoniem voor vrouw is niet man, maar individu. Niets in onze cultuur wordt zo streng bewaakt als mannelijkheid en vrouwelijkheid.
Seks en seksualiteit
Mijn reis begon met een MA-scriptie waarin ik gender en culturele percepties van sekse onderzocht. Via mijn promotieproject verdiepte ik me in seks en seksualiteit. Via een aantal omwegen - zoals werken als onderzoeksassistent, als docent in het voortgezet onderwijs en als Tweede Kamer fractiemedewerker - belandde ik uiteindelijk bij het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis.
In 2009 verdedigde ik mijn proefschrift Schuldige seks. Het onderzoek liet zien dat wat er onder homoseksualiteit werd verstaan, per tijd en plaats anders was. Niet de bezettingstijd in Nederland kende de meest intense vervolging. Die kwam vier jaar na de bevrijding: 1949 was het hoogtepunt van strafvervolging. Mijn belangrijkste bevinding?
Homoseksualiteit is een historische variabele. Het varieert naar tijd en plaats.
Wetenschappelijke werk ging voor mij vooral ook over het creëren van sociale impact door onderzoek. Geschiedenis, zo leerde ik mijn studenten, stelt ons in staat om machtsstructuren uit te dagen en samen het kritisch potentieel van de samenleving te zijn.
Mijn cursussen gingen over de geschiedenis van seksualiteit, activisme en politieke geschiedenis, en samen met mijn studenten organiseerde ik evenementen om bruggen te bouwen tussen de academische wereld en de bredere gemeenschap - die dan meestal uit schattige ouders en verzorgers, vrienden en geliefden bestond.
Na jaren van tof onderwijs en onderzoek voelde ik me geroepen om te stoppen als wetenschapper en de inzichten die ik had opgedaan over identiteit, strijd en transformatie op een nieuwe manier toe te passen.
Om uiteindelijk dan te werken als IFS-therapeut, en op een prachtige manier met de complexiteit van de menselijke ervaring zijn en anderen te ondersteunen in het verkennen van hun eigen geschiedenis en innerlijke landschap.
Evolueren via psychodynamica naar IFS
Als wetenschapper zag ik hoe systemen intellectuele groei konden verstikken en bijdroegen aan burn-out. Zelf raakte ik bovendien ook burn-out. Ik wilde niet langer deel uitmaken van het probleem, maar deel zijn van de oplossing, en daarom een vaardige counselor worden.
Die wens bracht me bij het Bambu Centrum voor Bewustzijn in Utrecht, waar Eline Brinkhorst en Eddy Stap me kennis lieten maken met onze innerlijke sub-persoonlijkheden en het transformatieve werk van Piero Ferrucci. Dat was een openbaring.
Voor mijn afstuderen creëerde ik de workshop Outsmarting the Impostor waarin ik wetenschappers begeleidde om op een nieuwe, versterkende manier in contact te komen met hun innerlijke saboteurs. In plaats van ze het zwijgen op te leggen, moedigde ik de deelnemers aan om samen te werken met deze delen van zichzelf, waardoor de strijd werd getransformeerd naar een dieper zelfbegrip.
Bij Bambu ontmoette ik Nina van der Hoek, en dat werd voor mij een keerpunt. Zij was al IFS-opgeleid. Toen ik haar zag werken, wist ik: dít wil ik ook kunnen.
De rest is geschiedenis.
Zolang ik me kan herinneren, ben ik geen meisje.
Opgroeiend in de late jaren zeventig kende niemand om me heen het woord "non-binair." Ik zelf ook niet, tot ik 38 was. Toen ik dat woord eindelijk ontdekte, vielen er kwartjes.
Heilige Communie in een gele broek
Van jongs af aan verzette ik me tegen meisjeskleren. Ik herinner me mijn Heilige Communie nog goed - terwijl de andere meisjes jurken droegen, droeg ik met trots een gele broek, een blauwe trui en instapschoenen.
Zonder de taal om mijn identiteit te begrijpen, dacht ik jarenlang dat mijn gevoelens voortkwamen uit mijn seksuele geaardheid, niet uit mijn gender.
Toen ik op mijn 38e mijn non-binaire identiteit ontdekte, was dat geen moment van onmiddellijke helderheid - het ging gepaard met het confronteren van geïnternaliseerde homofobie en transfobie die zich door de jaren heen had opgebouwd.
Verwarring op een dieper niveau
Als ik terugkijk, kan ik de draad volgen die door mijn leven liep. Mijn studies en carrière draaiden altijd om gender en seksualiteit, maar het kostte me jaren om deze ideeën persoonlijk te internaliseren. Denken was altijd mijn veilige plek, mijn kracht. Om mezelf te begrijpen was een diepere vorm van moed nodig.
Harten raken, cultuur helen
Internationaal en landelijk zetten bestuurders en politici de mensenrechten van transgender en non-binaire mensen steeds openlijker onder druk. Waren vroeger je klasgenoten de bullies. Nu zijn het ook de leiders van het land.
Gender wordt ingezet als een weapon of mass distraction, zegt de dichter en performancekunstenaar Alok Vaid-Menon daarover. De politiek hitst de bevolking op om een ongezouten mening te hebben over wie op welk toilet mag plassen. Dan zijn we niet bezig met de uitdagingen die de klimaatramp en de ongekende armoede die kapitalisme veroorzaakt.
Daarom is er mij veel aan gelegen om één hart per keer te raken. Op die manier laat ik de wereld zien dat wij, non-binaire en transgender personen, net zo menselijk en net zo prachtig zijn als ieder ander. Zoals Alok zegt:
'We’ve got to love them more than they hate us.'
Haat is niet het antwoord.
De weg vooruit is die van radicale liefde - voor onszelf, voor elkaar, voor alle levende wezens.
Thuis
IFS Trainingen
Mijn academische achtergrond
Mijn non-profit achtergrond
Mijn opleiding & training
Jeanne Catanzaro & Sand Chang: IFS, Food & the Body
Eerdere opdrachtgevers
Gemeente Rijswijk: Vaardig in taaie gesprekken
Copyright © Alle rechten voorbehouden